MAASTRICHT - De rechtbank in Maastricht heeft vandaag geoordeeld dat de aanbesteding op het gebied van ‘Ambulante Jeugdhulp Behandeling’ moet worden ingetrokken en dat de gemeente, indien zij dat wenst, moet heraanbesteden.
Aanleiding
Gemeente Maastricht heeft namens zestien gemeenten een aanbesteding in de markt gezet op het gebied van ‘Ambulante Jeugdhulp Behandeling’. Eisende partij werkt op dit gebied en heeft de gemeente gedagvaard omdat volgens haar de aanbesteding opnieuw moet. Dit omdat die in strijd zou zijn met de Jeugdwet en omdat de gestelde eisen discriminerend zouden zijn voor kleine zorgaanbieders, zoals zijzelf. Er zijn twee partijen, ook jeugdzorgaanbieders, die zich willen voegen bij eisende partij, wat één van hen mag en de andere niet.
De rechter komt niet toe aan de beoordeling van de vraag of de aanbesteding discriminerend is voor kleine zorgaanbieders, omdat de aanbesteding inderdaad in strijd is met de Jeugdwet. Artikel 2.11 van de Jeugdwet vereiste tot 1 juli 2022 dat een aanbesteding werd gegund op basis van het emvi-criterium (economisch meest voordelige inschrijving). De gemeente moest daarom gunningscriteria opnemen in de aanbestedingsleidraad, die dateert van voor 1 juli 2022. Dit heeft zij niet gedaan. Volgens de gemeente maakt dit niet uit, omdat het vanwege een wetswijziging sinds 1 juli 2022 niet meer verplicht is om gunningscriteria te hanteren. De rechter oordeelt anders. Ten eerste omdat de wetgever geen overgangsrecht heeft gemaakt en de verplichting tot het formuleren van gunningscriteria dus nog gewoon gold tot 1 juli 2022, en ten tweede omdat eisende partij – maar ook eventuele andere belanghebbenden – de kans moeten krijgen de aanbesteding te toetsen aan het nieuwe artikel 2.11 van de Jeugdwet, dat anders luidt dan de oude bepaling.
De vorderingen van eisende partij tot intrekking van de aanbesteding en eventuele heraanbesteding van de opdracht worden dus toegewezen.