MAASTRICHT - De kantonrechter in Maastricht heeft vandaag 41 ‘boomzitters’ schuldig verklaard zonder oplegging van straf. De kantonrechter heeft bewezen geacht dat zij zich bevonden op verboden terrein en dat zij hun identiteitsbewijs niet konden tonen toen de politie daarom vroeg. Dit zijn strafbare feiten, waar de daders strafbaar voor zijn. Maar in de omstandigheden van het geval vindt de kantonrechter aanleiding om de verdachten geen straf op te leggen (rechterlijk pardon).
Aanleiding
Sinds eind januari 2022 hebben actievoerders het Sterrebos tussen Sittard en Susteren bezet om te voorkomen dat de bomen werden gekapt die uitbreiding van autoproducent VDL Nedcar mogelijk maken. Op 28 januari 2022 heeft VDL Nedcar borden met verboden toegang rond het bos geplaatst. De politie heeft vanaf die dag tot aan 8 februari een groot aantal actievoerders aangehouden. Op 25 februari jl. zijn 4 personen voor de kantonrechter verschenen. Vandaag moesten 41 andere personen verschijnen bij de kantonrechter. Op 3 juni a.s. buigt de politierechter zich nog over de zaken van enkele andere actievoerders.
Oordeel van de rechter
Van de 41 gedagvaarde actievoerders zijn er vandaag 9 verschenen. De rechter heeft alle actievoerders, ook die niet zijn verschenen, schuldig verklaard zonder oplegging van straf. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er twee fundamentele vrijheden in het geding zijn: de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vreedzame vergadering. Deze vrijheden, beschermd door (onder andere) artikel 10 en 11 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, zijn weliswaar niet onbeperkt, maar voor een inperking van deze vrijheden moet een dringende maatschappelijke noodzaak bestaan. Dat die bestaat, moet blijken uit een afweging van het belangen: enerzijds het belang bij een ongehinderde uitoefening van de vrijheden die als fundamenten worden gezien van een democratische samenleving; anderzijds het belang - in deze zaak - van VDL Nedcar bij een onbelemmerde uitoefening van haar eigendomsrecht op het Sterrebos.
De kantonrechter heeft niet kunnen vaststellen dat bij het ingrijpen in de demonstratie en het daaropvolgend besluit om de actievoerders strafrechtelijk te vervolgen, een dergelijke afweging is gemaakt. Het dossier zegt hier niets over. De officier van justitie heeft op zitting betoogd dat er een alternatieve locatie was aangewezen, maar de kantonrechter is het met de actievoerders eens dat niet van hen kon worden verwacht dat ze daarnaar zouden uitwijken, omdat hun actie daar onvoldoende effect zou hebben. Zij komt dan ook tot het oordeel dat voor de inperking van de vrijheden van de verdachten geen dringende maatschappelijke noodzaak bestond. Om die reden acht de kantonrechter de verdachten in deze zaak niet strafbaar en verklaart ze schuldig zonder oplegging van straf.