Het Openbaar Ministerie wil het DNA van een onbekende vrouw die in 2013 overleden werd gevonden bij de Pietersplas in Maastricht vergelijken met het DNA in GEDMatch en FamilytreeDNA. Het doel is om via het opsporen van (verre) verwanten van de vrouw uiteindelijk haar identiteit vast te stellen en een doorbraak in het politieonderzoek naar haar dood te forceren. De andere zaak betreft de onbekende dader van een gewelddadige overval op de woning van een echtpaar in Berg en Terblijt in 2014, waarbij de vrouw ernstig gewond raakte en die haar echtgenoot zijn leven kostte. Bij de plaats delict stelde de politie bruikbare DNA-sporen veilig. Ook hier is het streven om aan de hand van deze sporen in de databanken verwanten van de verdachte te vinden en op die manier uiteindelijk achter diens identiteit te komen.
Toestemming
Het DNA van de onbekende overleden vrouw en van de onbekende dader van de woningoverval wordt alleen vergeleken met het DNA van de mensen in de databanken die uitdrukkelijk hebben aangegeven dat hun DNA-profiel óók voor strafrechtelijke onderzoek mag worden gebruikt.
Onverteerbaar
Op 1 mei 2023 e
n op 27 augustus 2023 heeft de rechter-commissaris in beide zaken toestemming gegeven voor het verwantschapsonderzoek. Het gaat om het ophelderen van ernstige strafbare feiten waarin al veel opsporingsmethoden zijn ingezet die tot op heden niet tot succes hebben geleid. Het DNA-verwantschapsonderzoek wordt nu als voorlopige laatste middel ingezet. De rechter-commissaris overweegt in de zaak van de brute roofoverval dat het voor nabestaanden onverteerbaar is als degene die verantwoordelijk is, zich nooit voor een rechter hoeft te verantwoorden.
Beperkte inbreuk
De rechter-commissaris wijst er verder op dat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de mensen van wie het DNA in de twee databanken zit, beperkt is. Zij hebben hun DNA vrijwillig ondergebracht in een genealogische databank om het te laten vergelijken met andere DNA-profielen, ook als dat gebeurt voor de opsporing van een strafbaar feit. Dat is veel minder ingrijpend dan bijvoorbeeld het ‘klassieke grootschalige DNA verwantschapsonderzoek’ waarin justitie groepen mensen oproept om DNA te komen afstaan en een weigering tot verdenking kan leiden.