MAASTRICHT - Het gerechtshof in 's-Hertogenbosch heeft vandaag een 48-jarige man veroordeeld tot 14 jaar en 6 maanden gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging. Het hof spreekt van gekwalificeerde doodslag: hij wilde een 24-jarige Maastrichtse taxichauffeur beroven van zijn geld, telefoon en auto, en daarbij heeft hij hem om het leven gebracht. Het hof oordeelt hiermee anders dan de rechtbank Limburg eerder: die kwam tot een veroordeling wegens moord.

Taxirit

Op 7 mei 2017 stapte de verdachte in Maastricht in de taxi van zijn latere slachtoffer. Na een nachtelijke rit kriskras door Zuid-Limburg heeft hij de taxichauffeur in Spaubeek met messteken om het leven gebracht en het lichaam vervolgens achtergelaten in een bos vlak over de grens in Duitsland. Zelf reed hij toen met de taxi richting Zoetermeer maar strandde zonder benzine in de buurt van het Zuid-Hollandse Zevenhuizen. Hij liet de taxi achter op de vluchtstrook en is gaan lopen. Niet lang nadat de politie de met bloed besmeurde taxi onbeheerd had aangetroffen, vonden zij even verderop twee lege portemonnees en enkele pasjes van het slachtoffer, en vervolgens de verdachte zelf, besmeurd met bloed. In Duitsland vonden wandelaars dezelfde ochtend het levenloze lichaam van de taxichauffeur.

Beroving
De man wilde de taxichauffeur beroven van zijn geld, telefoon en auto en had daartoe een mes meegenomen. Nadat de verdachte anderhalf uur onderweg was in de taxi, heeft hij de taxichauffeur met 12 messteken om het leven gebracht en vervolgens diens taxi meegenomen. Het geld van de taxichauffeur en de telefoon had de man bij zich toen hij werd aangehouden.

De verdachte beweert zelf dat hij zich moest verdedigen omdat de taxichauffeur hém aanviel met een mes, maar deze verklaring vindt het hof ongeloofwaardig. De verdachte is bovendien twee keer eerder veroordeeld voor (een poging tot) beroving van een taxichauffeur, waarbij hij heeft gedreigd met een wapen.

Gekwalificeerde doodslag, geen moord
Anders dan de rechtbank veroordeelt het hof de man voor gekwalificeerde doodslag en niet voor moord. Volgens het hof is niet bewezen dat de man bewapend met een mes in de taxi van het latere slachtoffer is gestapt, met het doel hem om het leven te brengen. Er is dus geen sprake van voorbedachte raad, aldus het hof, wel van doodslag in combinatie met diefstal. De man wilde de taxichauffeur beroven van zijn geld, telefoon en taxi door hem te bedreigen met een mes. Daarbij heeft hij de taxichauffeur op brute wijze van het leven beroofd en zich alsnog diens bezittingen toegeëigend

.Gekwalificeerde doodslag is een zeer ernstig delict, waarbij alleen een langdurige gevangenisstraf passend is. Het OM had 18 jaar celstraf en tbs geëist. Het hof houdt bij het bepalen van de hoogte van de gevangenisstraf rekening met het feit dat ook tbs met dwangverpleging wordt opgelegd. Daarom vindt het hof een gevangenisstraf van 15 jaar hier passend en geboden. In hoger beroep is echter de redelijke termijn overschreden, en daarom legt het hof de man een gevangenisstraf op van 14 jaar en 6 maanden.

Mensonterend en schrijnend
Het hof vindt de mensonterende manier waarop de verdachte met het stoffelijk overschot is omgegaan, schrijnend; dit getuigt van een totaal gebrek aan respect voor het slachtoffer. De verdachte heeft bovendien geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn daad. Door tegen beter weten in te verklaren dat juist de taxichauffeur de agressor was heeft hij de nabestaanden van het slachtoffer nog meer verdriet toegebracht.

Tbs
Naast de celstraf legt het hof de man - net als de rechtbank - tbs met dwangverpleging op. Uit psychologisch en psychiatrisch onderzoek in het PBC komt naar voren dat de man een persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale kenmerken heeft. Op basis van de onderzoeken is niet gebleken dat de man tijdens zijn daad niet of verminderd toerekeningsvatbaar was en het hof rekent de verdachte het delict volledig toe. De kans op herhaling is volgens de gedragsdeskundigen groot. Het hof neemt deze conclusies over en legt tbs met dwangverpleging op.

Schadevergoeding
De familie van het slachtoffer had naast een materiële schadevergoeding ook een schadevergoeding gevorderd voor geleden shockschade. Iemand kan in aanmerking komen voor een schadevergoeding wegens shockschade wanneer hij een strafbaar feit heeft waargenomen of is geconfronteerd met de directe ernstige gevolgen daarvan, wat een hevige emotionele schok teweeg heeft gebracht en geestelijk letsel. Het hof begrijpt heel goed dat de gewelddadige dood van hun zoon en broer voor de familie een zeer traumatische ervaring moet zijn geweest, evenals het feit dat zij het overleden slachtoffer hebben moeten identificeren. Maar het hof vindt dat de beoordeling van de vorderingen wegens shockschade niet thuis horen in het strafgeding, maar bij een burgerlijke rechter. Daarom kan de familie in die vorderingen door de strafrechter niet worden ontvangen. Het hof wijst wel aan de vader van het slachtoffer een schadevergoeding van €6222,60 toe voor de geleden materiële schade.